De Tomp

Filed Under (Deel 4, Limburg) by

Tagged Under : , , , , , , , ,

vknk_detompDe Tomp, een mooi voorbeeld van één der eerste burchtvormen, is gelegen op het grondgebied van Achel, de meest noordelijke gemeente van West-Limburg.

Het grondgebied van Hamont-Achel, in de Noord-Limburgse Kempen, is voor ongeveer 30% bebost, waardoor de gemeente terecht de stempel «Groen Dorp» verdiende. Men deed er ook Romeinse, maar vooral prehistorische, vondsten; sommige daarvan gaan terug tot ca. 8.000 jaar voor Kristus.

Tevens telt de gemeente belangrijke historische monumenten zoals: het voormalig jachtslot van Grevenbroek (nu Kruisherenkasteel); het vroegere klooster Catharinadal; het Trappistenklooster de «Achelse Kluis»; enkele goed gerestaureerde prehistorische grafvelden; verschillende oude laathoven of cijnshoven; enz.

…/…

De Tomp is één der weinig overgebleven getuigen van de primitieve burchtvorm die maar uit één toren bestond. Vermoedelijk werd deze toren rond het jaar 1309 gebouwd, maar archeologische opgravingen tonen aan dat er — voor die tijd — een andere versterking op diezelfde plaats bestond. Deze primitieve konstruktie was opgetrokken uit hout en was volledig met water omgeven. Zulk een verdedigingstoren had een dubbele funktie: vanop de toren kon men veel vlugger naderende vijanden opmerken en had men dus meer tijd om iedereen te alarmeren en in veiligheid te brengen; en binnenin de toren was men dan beschermd tegen vijandelijke projektielen.

De Tomp heeft aan de begane grond een diameter van 8,5 meter en muren van 2 meter dikte. In de funderingen werden zij trapsgewijs verbreed, zodat de kelderverdieping een buitendiameter van 10 meter bereikt. Die kelderverdieping werd gebruikt als voorraadruimte en opbergplaats en bezat eveneens een waterput, wat een levensnoodzakelijk attribuut betekende bij eventuele belegeringen.
Zoals steeds het geval was bij burchttorens van dit type, bevindt de toegang zich op de eerste verdieping, ongeveer 4 meter boven de begane grond. Op die begane grond zijn geen vensters of deuren in de toren en de toegangstrap werd, bij belegering, omhooggetrokken.
Als men de toren betreedt komt men in een plaats die gebruikt werd als woonruimte. Getuige: de open haard, een nis voor een kandelaar of olielamp en enkele luchtgaten. De volgende verdieping, die dienst deed als slaapruimte, bereikt men via …/…

Meer over de Tomp in deel 4 in “Van Kasteel naar Kasteel” door kasteel-o-loog Paul Arren.

Kasteel Genenbroek

Filed Under (Deel 6, Limburg) by

Tagged Under : , , , , , , , , , , , , ,

vknk_genebroek2Het kasteel Genenbroek, in het Limburgse plaatsje Achel, werd verkeerdelijk Grevenbroe(c)k genoemd. Op diverse kaarten en plans duidt men Grevenbroek aan waar het om Genenbroek gaat; zelfs op foto’s en prentbriefkaarten waarop kasteel Genenbroek wordt afgebeeld staat steevast de benaming Grevenbroeck vermeld. Bijna zestig jaar lang was het kasteeldomein eigendom van de kruisheren, die eveneens de benaming Grevenbroek gebruikten.

Nu is Grevenbroek wel een bestaande kasteelruïne in Achel, enkele kilometer van Genenbroek gelegen, maar beide kastelen hebben met mekaar niets gemeen. De burcht Grevenbroek, één der machtigste sterkten van het graafschap Loon en de zetel van een gelijknamige heerlijkheid, die de stad Hamont met de gemeenten Achel en Sint-Huibrechts-Lille omvatte, werd op 31 juli 1702 verwoest door John Churchill, hertog van Marlborough (1650-1722) (een voorvader van Sir Winston Churchill), en niet meer heropgebouwd. Van die oude burcht zijn vandaag nog enkele muurresten overgebleven en geven ons een idee van de grootte van het complex.

vknk_genenbroek

Op de plaats van de huidige Sint-Benedictusabdij (de Achelse Kluis), stond rond 1650 het woonhuis van een priester die een naburige grenskapel bediende voor de Nederlandse katholieken uit de buurt. Rond 1685 stichtte Petrus van Eynatten, een leek uit het Nederlandse Eindhoven, er de gemeenschap van eremietenbroeders van de congregatie van de Heilige Jozef. Ze kozen als leefregel de Regel van Sint-Franciskus en later die van Sint-Benediktus. Die gemeenschap verdween echter volledig tijdens de Franse Revolutie. In 1846 kwam een groep trappisten uit Westmalle zich in de Kluis vestigen, na een verblijf van enkele jaren in Meersel-Dreef onder Meerle. Dit klooster werd in 1871 tot abdij verheven. De abdij stichtte in 1883 dochterhuizen te Echt (Nederland) en in Diepenveen (Nederland), in 1887 in het Belgische Rochefort en in 1958 te Kasanza in Zaïre. De abdij ligt in België maar haar eigendom strekt zich tot ver over de Nederlandse grens uit. Om als gast opgenomen te worden maakt men een afspraak met de gastenpater. Bezichtiging van de abdij kan enkel gebeuren mits schriftelijke toelating.

Op de plaats van het huidige kasteel Genenbroek stond oorspronkelijk een hoeve en die ging een heel eind in het verleden terug. In het Rijksarchief van Hasselt, in de gichten van…

Leest verder over Kasteel Genenbroek in Van Kasteel naar Kasteel deel 6” door Paul Arren.