Kasteel Hof Ter Saksen

Filed Under (Deel 3, Oost-Vlaanderen, Uncategorized) by

Tagged Under : , , , , , , , , , , , , , , , ,

vknk_saksen

Het Hof Ter Saksen behoort tot het kastelenpatrimonium van de gemeente Beveren-Waas, de grootste gemeente in de provincie Oost-Vlaanderen.

Het Hof Ter Saksen ligt, in een prachtig park, in het westen van de gemeente, op de weg naar Haasdonk.

Er verdwenen — in de loop der eeuwen — verschillende kastelen in Beveren; één van deze verdwenen kastelen, het «Kasteel van Beveren» op de Singelberg — een machtig waterslot — was vroeger één der belangrijkste burchten rond Antwerpen.

Dit kasteel was het centrum van de uitgestrekte heerlijkheid «Het Land van Beveren». Het was hét voornaamste in de rij van sterkten langs de waterkant, waartoe ook Kraaienhof (Zwijndrecht); Hof ten Damme (Kallo); Bardemara (Vrasene); ‘t Hof te Voorhoute (Kemzeke); enz. behoorden.

Vanop de markt de Kasteeldreef en de Polderdreef volgend, bemerkt men, na ca. 2,5 km, aan de linkerkant van de weg een aarden heuvel: de Singelberg, het vergeten symbool — de échte bakermat van Beveren. De oorspronkelijke benaming van de Singelberg is «Beverenbroeck»; het laatste gedeelte van deze naam verwijst naar het moerassige broekland.

De Singelberg is een kunstmatig opgeworpen hoogte, die als burchtheuvel of «motte» dienst deed. Daarop verhief zich een versterkt kasteel, dat met een waterring omgeven was. Dat vertelt ook de naam Singelberg, want «singel» is een synoniem voor gracht of wal.

…/…

De familie van Beveren, kasteleinen van Diksmuide, bleven het kasteel bezitten tot in het begin van de XIVde eeuw. De heerlijkheid van Beveren, met het kasteel van Beverenbroeck, ging toen over naar de graven van Vlaanderen, die er een kastelein aanstelden, doch er zelf ook regelmatig hun intrek namen.

In 1395 werd het kasteel, in opdracht van Filips de Stoute, gerestaureerd en in 1485 werden er opnieuw herstellingen uitgevoerd. Verschillende bestormingen, onder Filips de Goede en tijdens de krijgsgebeurtenissen in de l6de eeuw, brachten zware schade aan de burcht toe, en wel zodanig dat er in 1526 zelfs een ingestorte toren en een omgevallen walmuur terug dienden opgebouwd te worden.

Eind oktober 1576 staken Spaanse soldaten het vuur aan de huizen van de markt te Beveren. Alle huizen werden vernield, evenals het «Wethuis» met de aldaar bewaarde oude handvesten en dokumenten. Twee jaar later vielen Gentse Geuzen de gemeente binnen en plunderden de kerk en het Wilhelmietenklooster. Tevens veroverden deze Geuzen het kasteel van Beveren totdat, op 5 november 1583, de heer van Wissekerke, hoogbaljuw van het Land van Waas, zich terug meester maakte van het kasteel. In de archieven van het kasteel van Wissekerke, berustend in het rijks- archief van Gent, staat aangetekend op 5 november 1583:

«Mynheere van Wissekercke ende den commissaris generael George Basto vertrock met alle tcrygsvolk van Boistenblye naer Beveren; aldaer ghearriveert zynde, hebben tcasteel van voornoemde prochie met appointemente inneghenomen ende daerop ghelegt Spaegnaerden, ende zyn in de voorn. prochie ghefourieert gheweest …»

In 1584 werd op Beverenbroeck de overgave van Antwerpen getekend tussen Marnix van Sint-Aldegonde en Farnese, hertog van Parma, die, gedurende de tijd dat hij Antwerpen belegerde, zijn hoofdkwartier had op de burcht van Beveren.

Dit is maar een heel klein uittreksel van wat beschreven werd over Hof ter Saksen in deel 3 van de reeks “Van Kasteel naar Kasteel” door Paul Arren.

Het Steen

Filed Under (Antwerpen, Deel 1, kastelen) by

Tagged Under : , , , , , , , , , , , ,

Belevenis van auteur Paul Arren die een 500-tal kastelen van België beschreef in een boekenreeks van 11 delen genaamd “Van Kasteel naar Kasteel” :
 

“Het moet in 1948 geweest zijn dat ik voor de eerste maal het Steen betrad, dat toen pas was heropend. Kort na dit bezoek vertelde onze klasleraar het gruwelijke verhaal van de reus Antigoon die, door toedoen van de held Brabo, zijn hand verloor. Ook vertelde hij dat men de echte hoofden en een hand van de reus en de reuzin in het Steen kon gaan zien. Meteen bleek ik de enige in de klas te zijn die in de «Reuzenzaal» van het Steen deze hoofden en handen had staan bekijken. Want de andere leerlingen «slikten» wat de meester vertelde; ik niet! Ik protesteerde dan ook luidop; zei dat het geen echte hoofden waren, dat ik er had op geklopt en dat ze van karton waren. En ik weet nog heel precies dat meester Gijzen mijn optreden toen niet goed vond!”
 
“Ondertussen werd de Reuzenzaal ontruimd en het interieur, w.o. de reuzehoofden en -handen, naar andere plaatsen overgebracht. Sinds 1952 mag men niet meer afdalen naar de kelders van het Steen om daar eens «heerlijk te kunnen gaan griezelen». Ik heb het «indertijd» nog wel gedaan.”
 
“Met een kaars in de hand daalde men voorzichtig de uitgesleten, duistere trappen af, ook beneden was geen verlichting. De flakkerende vlammetjes dansten groteske schaduwen over de muren, die volgekrast waren met allerhande namen. Ook was er een diepe put waarin men steentjes in het water kon horen vallen. De schuifelende stappen van andere toeristen in de vele gangen, het gedempte fluisteren in de holle ruimten, de foltertuigen en arm- en beenkettingen die aan de muren bevestigd waren, maakten toen heel wat meer indruk op de bezoekers dan de bovenliggende zalen van het museum dat konden doen.”

Paul Arren

 

Het Steen in de burcht

Geen enkel ander monument in Antwerpen is zó nauw met de vroegste geschiedenis van de stad verbonden als het Steen. De Scheldeburcht vormt met Brabo, de katedraal en het stadhuis de symbolen van de Sinjorenstad.

vknk_steenDe oudste vermelding van de Antwerpse vesting dateert uit het jaar 693 en toen werd Rohingus genoemd als gezagvoerder van het «castrum Antwerpsis super fluvium Scalde». In 836 voeren de Noormannen de Schelde af en werd de Antwerpse burcht volledig verwoest.

De Antwerpse burcht ontstond op een schiereiland dat eertijds een paar honderd meter in de Schelde lag. In de 19de eeuw verdween dit schiereiland volledig bij de rechttrekking van de nieuwe Scheldekaaien in 1883.

De burcht was met een hoge muur van 12 m (waarvan 6 m onder de grond) afgezet, die omgeven was door een brede gracht. Deze gracht, waarin het getij op en neer ging, kon door schepen worden bevaren. Dit was dan de grens van het oude Antwerpen en deze gracht vinden we nu nog terug in een straatnaam: de Burchtgracht.
De oppervlakte die door het water werd ingesloten bedroeg 2 ha, 13 a en in deze besloten gemeenschap verhief zich de burcht, de Sinte-Walburgiskerk of Burgtkerk, met kerkplein, de gerechtszaal en vierschaar, enkele houten gebouwen voor de beambten en soldaten van de kasteelheer; terwijl het resterende gedeelte ingenomen werd door dicht opeenstaande houten huizen waartussen smalle straatjes kronkelden. De burcht van Antwerpen was dus de eerste stadskern van de latere wereldstad.

 

Het Steen als gevangenis

In 1303 was Antwerpen in oorlog met Mechelen, om het bezit van stapelrechten. Op de Schelde, nabij Rupelmonde, kwam het tot een treffen tussen de vloten van beide steden. Vele Mechelaars werden door de Antwerpenaren gevangen genomen, naar Antwerpen gevoerd en in het Steen opgesloten. Het is de oudste vermelding van het Steen als gevangenis en deze nieuwe bestemming zou 500 jaar duren.
Tijdens de successieoorlog, die ontbrandde in 1355 na de dood van Jan III, hertog van Brabant, deed de graaf van Vlaanderen rechten gelden op de stad Mechelen. Ondanks alle pogingen om tot een vergelijk te komen, groeide het konflikt uit tot een oorlog tussen Vlaanderen en Brabant. Antwerpen, onder Brabantse banier, zag op 17 augustus 1356 een sterke Vlaamse vloot, onder de leiding van Lodewijk van Male, graaf van Vlaanderen, in de Schelde opdoemen. De vloot ankerde véôr de stadsmuren en prompt begonnen kanonnen de Scheldestad te beschieten. Het was de eerste maal dat er geschut werd gebruikt in de Nederlanden en de Antwerpse verdedigers, in hoofdzaak boogschutters, zullen wel met verstomming zijn geslagen. De beschieting duurde niet lang; toen er verschillende branden in de stad ontstonden, gaf Antwerpen zich meteen over.
Bij zijn bezoeken aan Antwerpen verbleef Lodewijk van Male, graaf van Vlaanderen en nu tevens hertog van Brabant, herhaaldelijk op de burcht.
In 1360 brak er een geweldige oproer los naar aanleiding o.m. van het feit dat de schout, Wouter van Zeebroek, een aantal burgers in het Steen had willen opsluiten. Het kwam tot een gewapende aanval, waarbij de verbolgen Antwerpenaren vijf personen doodden, waaronder de schout en de «Steenweerder» (de bewaker van het Steen) Jan van Aken.
Filips de Stoute, die zijn schoonvader Lodewijk van Male als hertog van Brabant en heer van Antwerpen opvolgde, deed grote veranderingswerken uitvoeren aan de burcht. In 1382 had hij al krachtdadig moeten optreden omdat de Antwerpenaars op de verzande burchtgracht moestuintjes hadden aangelegd. Vanaf 1394 begon de Boergondische vorst Antwerpen tot een nieuw militair bolwerk uit te bouwen. Hij stelde de burcht in staat om een aanval met de moderne vuurwapens te trotseren : er werden nieuwe schietgaten en stevige borstweringen aangebracht; de burchtgracht werd weer uitgegraven en de aanleunende huizen afgebroken; de muren werden verhoogd en verzwaard; enz. Toen kende de Antwerpse burcht haar glorietijd als bolwerk van militaire verdediging. Niet minder dan 21 torens, bekroond met kantelen, sierden de zware muren, waarvan negen torens langs de Scheldekaai prijkten.

 

Het Steen als museum

Op 26 juli 1862 besloot de gemeenteraad aan een daartoe aangestelde beheercommissie het gebouw in gebruik te geven om er een Oudheidkundig Museum in te richten.
…/…
Lees verder in deel 1 van Van Kasteel naar Kasteel” door Paul Arren

 

Kasteel Hof ter Kruisen

Filed Under (Deel_11, kastelen, Oost-Vlaanderen) by

Tagged Under : , , , , , , , , ,

vknk_htkHet fraaie kasteeltje Hof ter Kruisen staat in Kaprijke, één der oudste gemeenten van Oost-Vlaanderen – reeds vermeld in de negende eeuw – maar vermoedelijk gesticht door de Romeinen, die de plaats “Capriacum” noemden.

Hippoliet-Jan van Peene, arts; Vlaams toneelschrijver; regisseur; enz., werd in Kaprijke geboren op 1 januari 1811. Hij was de dichter van o.a. “De Vlaamsche Leeuw”, in 1847 getoonzet door …. die een neef was van ….. Van Peene († 1864) en Miry waren ook de oprichters van de eerste Vlaamse schouwburg in ons land, nl. de “Minard” in Gent, waar o.a. Romain Deconinck vele jaren op de planken stond en (verdiend !) enorm sukses oogstte.

Vermits Kaprijke sinds 1240 stadsrechten had bezat het ook een stadhuis, dat door de Kaprijkenaren nog steeds zo genoemd wordt en op dit – sinds 28 december 1936 beschermde – bouwwerk in Vlaamse renaissance mag men in Kaprijke best trots zijn. Het werd in 1663 gebouwd, brandde … Het is een prachtig voorbeeld van onze 17de-eeuwse bouwkunst en een echt pareltje in zijn soort !

Reeds in 1296 is er sprake van Willem van Caprike, maar het is niet zeker of hij ook heer van die plaats was. Kaprijke behoorde tot de zgn. “Smalle Steden” van het “Brugsche Vrije”, de grootste kasselrij van Vlaanderen, die onder Filips de Stoute …….

De “Stad, Vrijdom en Heerlijkheid” Kaprijke was vroeger een allodiaal goed dat …. en afstonden aan Elisabeth, natuurlijke dochter van Lodewijk van Nevers en echtgenote van Simon de Mirabelle, ridder; heer van Perwijs, Beveren; enz.

vknk_htk2

Op 22 september 1751 werd het Hof ter Kruisen verkocht aan Anne- Marie Mahuys y Principe (naar de naam van haar moeder), weduwe van Etienne Maelcamp en dochter van Guillaume Mahuys en van Anne- Joseph Principe. Etienne Maelcamp (Gent 8 maart 1667 – aldaar 24 augustus 1728), tweede van drie kinderen van François Maelcamp (1628-1676) en van Jeanne de la Derrière, bekwam – op 14 juli 1736, met terugwerkende kracht tot 1 juli 1720 – postume adelsbevestiging (indien nodig adelsverheffing), voor zichzelf en voor de kinderen die hij bij zijn weduwe Anne-Marie Mahuys y Principe had.

In het huwelijk Maelcamp-Mahuys y Principe, dat in Sevilla, Spanje, werd voltrokken, zagen drie kinderen ….

Lees verder in deel 11 Van Kasteel naar Kasteel door Paul Arren.