Kasteel van Beerlegem

Filed Under (Deel 8, Oost-Vlaanderen) by

Tagged Under : , , , , , , , ,

vknk_beerlegem

Beerlegem was een oude heerlijkheid die vroeger toebehoorde aan een familie van die naam. Theodoricus van Berleghem werd vermeld in een akte uit 1196 en in 1473 was Isabella van Berleghem erfvrouwe van Beerlegem, Heule, Leeuwergem; enz.    Zij huwde met Walter van der Gracht   (+ 1505), ridder; heer van Moorsel, Wevelgem; enz., zoon van Guidolphe van der Gracht en van Isabella de Halowin. Het gezin van der Gracht — van Berleghem had vijf kinderen, waaronder François, die opvolgde in Beerlegem.

François van der Gracht, ridder; grootbaljuw van Gent; heer van Leeuwergem; enz., huwde met Antoinette van Stavele, burggravin van Veurne; enz., die haar gemaal twee dochters schonk Anne en Elisabeth, waarvan de eerste opvolgde in de heerlijkheid Beerlegem.

In 1602 werd de heerlijkheid Rode (vroeger meestal Rhode(s) geschreven), door Hendrik IV, koning van Frankrijk, verkocht aan Simon Rodriguez (Antwerpen 1560 — aldaar 23 mei 1618), ridder; enz., zoon van Emanuel Rodriguez, zaakgelastigde van koning don Sebastiaan van Portugal in de Nederlanden; enz., en van dona Catharina Lopez de Elvas. Het heerlijk kasteel van Rode stond te Schelderode, tussen de kerk van die plaats en de Schelde. Het slot werd rond 1460 vernield maar onmiddellijk heropgebouwd. In de l6de eeuw werd het door de Beeldenstormers ingenomen en platgebrand, maar kort nadien verrees er een nieuwe burcht. Ten tijde van historiograaf Sanderus (1586-1664), was de versterking van Rode alweer in as gelegd en ditmaal was de vernieling definitief. Simon verwierf ook het kasteel Terslen in Derschel, waar hij regelmatig weelderige feesten gaf.

Simon Rodriguez, gehuwd met Anna Ximinez van Arragon, voegde bij zijn naam de titel d’Evora, naar de Portugese stad waarvan de familie afkomstig was. Tussen 1582 en 1596 kocht hij op de Meir te Antwerpen een indrukwekkend gebouwenkompleks, het latere grootwarenhuis Inno. De rijkdommen van de heer van Rode waren zo aanzienlijk, dat men hem «den cleynen coninck» noemde. Zijn hotel op de Meir werd dan ook in verschillende oude akten vermeld als »la casa del pequero Rey». In 1601 stichtte hij in de Vuyle- of Bargiestrate (de latere Otto Veniusstraat) een godshuis voor ouderlingen.

Simon Rodriguez d’Evora y Vega liet vier kinderen na :

  • Simon jr., die later aan bod komt;
  • Gracia, die volgt na haar broer Simon;
  • Maria, gehuwd met Karel Rijm, ridder; baron van Belle; heer van Schuervelt, Serkenbeke; enz.; en
  • Anna, getrouwd met Emmanuel de Bourgogne, heer van Lembecq; kapitein bij het regiment lansiers; enz.

Deze kinderen behielden — na de dood van hun vader — diens bezittingen in onverdeeldheid. In 1631 werd het vorstelijk hotel Rodriguez …/…

lees verder en meer in de reeks van auteur Paul Arren “Van Kasteel naar Kasteel” deel 8

Kasteel Baronville

Filed Under (Deel 5, Namen) by

Tagged Under : , , , , , ,

vknk_uezOp 11 mei 1410 deed Pincart de Baronville, zoon van Huart, het verhef van de heerlijkheid. Diens énige dochter, Jeanne de Baronville, droeg haar vaders erfdeel over aan haar echtgenoot, Jacquemin d’Eve, heer van Vyle-en-Condroz.

Door het huwelijk van Gelle d’Eve, erfdochter van Jacquemin d’Eve en Jeanne de Baronville, met Everard de Fisenne, kwam Baronville aan deze laatste, die er op 14 februari 1456 het verhef van deed.

Everard de Fisenne, provoost van Durbuy, werd in Baronville opgevolgd door zijn énige zoon Jacquemin de Fisenne, die huwde met Antoinette de Lyx. Na de dood van Jacquemin de Fisenne was het zijn zoon Jean die — op 18 november 1529 — de volgende heer van Baronville werd.

Jean de Fisenne, heer van Baronville en Vyle-en-Condroz, overleed in 1538, waarna zijn echtgenote, Agnès de Hodister, het vruchtgebruik over de heerlijkheid Baronville bekwam. Na de dood van Agnès de Hodister deed haar dochter, Jeanne de Fisenne, het verhef van de heerlijkheid op 20 november 1540.

De heerlijkheid en het kasteel van Baronville kwamen in handen van de familie d’Orjo, door het huwelijk van Jeanne de Fisenne, vrouwe van Baronville en Vyle-en-Condroz, met Guy d’Orjo die er — op 19 mei 1559 — het verhef van deed. … / …

«Stamgenoot-naasting» was een oud Germaans recht dat voortsproot uit het oude samenbezit van het familiepatrimonium. De «naaste» erfgenaam uit ieder geslacht (hij die dus het dichtst verwant was aan een bezitter van enig feodaal recht of bezit) kon — voor eigen rekening en binnen een zekere tijdsduur — dit feodaal bezit terugvorderen wanneer dit door aankoop, erfenis of schenking in het bezit was gekomen van vreemden. De «naaster» diende wel het bedrag te betalen dat eventuele derden destijds hadden betaald en hij mocht de gevorderde goederen niet doorverkopen of schenken aan anderen.

Cathérine de Marotte de Montigny had — voor de aankoop van Baronville — een lening moeten aangaan bij o.a. het Celestijnerklooster van Luik. Door achterstel op de afbetaling van die lening kwam het klooster in het bezit van dit eigendom maar, op 16 maart 1669 — legden Valérien-Arnold de Wal, heer van Vyle, enz., en zijn verloofde, Jeanne-Marie de Celles, beslag op de helft van de heerlijkheid. Tien jaar later kwamen heerlijkheid en kasteel volledig in het bezit van laatstgenoemde personen.

Lees alles in deel 5 van de reeks “Van Kasteel naar Kasteel” door Paul Arren.